DE VERPLICHTE KEURING VAN STOOKOLIETANKS
De VLAREM II –milieureglementering schrijft voor dat een particuliere ondergrondse tank periodiek moet worden gekeurd door een erkende keurder. Deze maakt een certificaat en voorziet de tank van een groene (alles ok), oranje of rode dop (niet conform de reglementering). Een tank die niet van een dop voorzien is, is niet conform.
DE BUITENGEBRUIKSTELLING VAN STOOKOLIETANKS
Tanks die niet langer worden gebruikt moeten worden verwijderd of indien dit onmogelijk is, opgevuld met zand of schuim. Van deze verwijdering of opvulling dient een attest te worden opgemaakt door een erkende keurder. Zonder buitengebruikstelling, blijft een periodieke keuring verplicht.
KEURING EN OVERDRACHT VAN ONROERENDE GOEDEREN
De exploitant – dus eigenaar – is gehouden tot naleving van de milieunormen inzake stookolietanks (VLAREM II). Na de overdracht van het goed heeft de verkoper geen enkele verantwoordelijkheid meer.
De verkoper is NIET verplicht om de koper attesten van keuring te bezorgen (in tegenstelling tot bvb. het bodemattest). Als dit attest er niet is kan de woning evengoed verkocht worden. Als koper is het wel aangewezen hiernaar te vragen, gezien deze na de eigendomsoverdracht verantwoordelijk wordt voor de conformiteit van de tank.
WAT ALS NA DE VERKOOP BLIJKT DAT EEN STOOKOLIETANK NIET GEKEURD OF BUITEN GEBRUIK GESTELD IS?
De milieureglementering voorziet geen specifieke sanctie. Het principe blijft dat de eigenaar (dus koper) verantwoordelijk is en dus moet instaan voor de kosten van keuring of buiten gebruik stelling van de tank
Echter, in het kader van het gemeen recht is de verkoper aansprakelijk voor verborgen gebreken, alsook voor bedrog.
Ondanks de in notariële akten veel voorkomende clausule dat het goed wordt overgedragen met alle zichtbare en verborgen gebreken, blijft de verkoper verantwoordelijk voor gebreken die hij zelf moedwillig heeft verborgen gehouden, zodat de koper wél verhaal heeft tegen een verkoper te kwader trouw die wist of redelijkerwijze niet onwetend kon zijn van die lekkende tank, bijvoorbeeld omdat er een geen groene dop op geplaatst werd naar aanleiding van de laatste periodieke controle.
De verkoper heeft in deze een informatieverplichting. Dit betekent dat hij alle relevante informatie met betrekking tot het onroerend goed dat het voorwerp van de verkoopsovereenkomst uitmaakt, moet verstrekken aan de kandidaatkoper.
Het betekent ook dat de verkoper geen feiten, die de koper kunnen beïnvloeden bij de aankoop of bij de modaliteiten ervan, mag verzwijgen. In het kader van die informatieplicht is het de verkoper geraden om de koper in te lichten over de wijze waarop het onroerend goed wordt verwarmd. In het geval van verwarming met stookolie gaat het om de grootte van de tank, het jaar waarin de plaatsing is gebeurd enz. Het verdient aanbeveling informatie over de verwarmingsinstallatie op te nemen in de verkoopakte.
Echter, ook de koper heeft een informatieverplichting. Ook de kandidaatkoper heeft de plicht om zich te informeren over de verschillende aspecten van het onroerend goed dat hij wenst aan te kopen. De stookolieopslaginstallatie valt daaronder.
Wat indien bodemverontreiniging wordt vastgesteld?
Bij vaststelling van een bodemverontreiniging, dient de procedure volgens hetBodemdecreet gevolgd te worden (oriënterend onderzoek, beschrijvend onderzoek,bodemsaneringsproject, bodemsaneringswerken).
TOEPASSELIJKE REGLEMENTERING:
“HOOFDSTUK 6.5. PARTICULIERE STOOKOLIETANKS MET EEN WATERINHOUD VAN MINDER DAN 5.000 LITER”
ON LINE:
Brochure stad leuven
http://www.informazout.be
http://www.vvsg.be
http://www.energie.mineco.fgov.be