De voorlopige oplevering
Definitie van de voorlopige oplevering
De oplevering van de opdracht bestaat uit de controle door de aanbestedende overheid van de overeenstemming van de door de aannemer uitgevoerde prestaties met de regels van de kunst evenals met de bepalingen en de voorwaarden van het bestek (art. 19 §1 AAV – algemeen).
Bij opdrachten voor werken wordt een onderscheid gemaakt tussen een voorlopige oplevering bij het beëindigen van de contractuele prestaties en een definitieve oplevering na afloop van de waarborgtermijn (art 43 AAV). De waarborgtermijn start op de datum van voorlopige oplevering en duurt één jaar als het bestek terzake zwijgt.
Procedure voorlopige oplevering
De overheid maakt een proces-verbaal van definitieve oplevering of van weigering vandefinitieve oplevering op binnen 15 dagen vóór het einde van de waarborgtermijn (cf. art.43, §3 van de AAV).
Wordt de oplevering geweigerd, dan brengt de opdrachtnemer de werken in staat van definitieve oplevering en meldt dit schriftelijk, waarna de oplevering volgt binnen 15 dagen.
Gevolgen van de voorlopige oplevering
De voorlopige oplevering:
- Stelt het voltooien van de werken vast;
- Geeft de aanbestedende overheid het recht de werken volledig in gebruik te nemen;
- Stelt vast of de werken conform de voorwaarden en bepalingen van het bestek en de regels van de kunst werden uitgevoerd (art. 19§1 AAV);
- Vormt het vertrekpunt van de waarborgtermijn en van de termijn van de 10-jarige aansprakelijkheid (art. 41,lid 2 AAV);
- Draagt de risico’s over aan de aanbestedende overheid (voor tenietgaan van de zaak door toeval of overmacht);
- Geeft de aannemer het recht om de vrijgave van de helft van de gestorte borgsom te verzoeken;
- Ontslaat de aannemer van de aansprakelijkheid voor zichtbare gebreken
De voorlopige oplevering brengt de aanvaarding van het werk met zich mee, namelijk de erkenning dat dit werk conform de voorwaarden van het bestek werd uitgevoerd.
Gedurende de waarborgperiode rust op de aannemer de verplichting tot onderhoud, herstelling en vervanging (art. 19§3-§7 AAV).
De aannemer blijft na de voorlopige oplevering wel instaan voor zijn garantieverplichting (art. 39 AAV[1]) en zijn tienjarige aansprakelijkheid (art. 41 AAV[2]).
Na de voorlopige oplevering, gedurende de waarborgtermijn, staat de opdrachtnemer in voor de gebreken in de uitgevoerde prestaties en de beschadigingen door normaal gebruik ervan, maar niet voor de beschadigingen die aan toeval, overmacht of abnormaal gebruik zijn te wijten (art. 19§3 – 39§1 AAV).
Vanaf de voorlopige oplevering en onverminderd de bepalingen van artikel 39 betreffende zijn verplichtingen gedurende de waarborgtermijn is de aannemer aansprakelijk voor de stevigheid van het werk en voor de goede uitvoering van de werkzaamheden, overeenkomstig de artikelen 1792 en 2270 van het Burgerlijk Wetboek (art 41, lid 2 AAV).
De voorlopige oplevering met voorbehoud
Het is vaste rechtspraak dat de aanbestedende overheid de voorlopige oplevering niet arbitrair kan (blijven) weigeren omwille van enkele kleine gebreken die niet in verhouding staan tot het geheel van de opdracht.
Een aangewezen – en aanvaarde – techniek is de voorlopige oplevering onder voorbehoud waarbij de aannemer de kans wordt gegeven bepaalde gebreken te verhelpen gedurende de waarborgperiode.
De definitieve oplevering
Definitie van de definitieve oplevering
De definitieve oplevering is de daad waarbij de aanbestedende overheid vaststelt dat de aannemer tijdens de waarborgperiode voldaan heeft aan zijn verplichtingen van onderhoud en herstel, en zich de werken definitief toe-eigent.
Procedure definitieve oplevering
Binnen de vijftien kalenderdagen vóór de dag waarop de waarborgtermijn verstrijkt, wordt naargelang het geval een procesverbaal van definitieve oplevering of van weigering van oplevering opgemaakt (art 43§3 AAV).
Indien de definitieve oplevering wordt geweigerd, blijft de waarborgtermijn lopen! De aannemer herstelt de hem verweten gebreken en verzoekt opnieuw de definitieve oplevering, waaraan de aanbestedende overheid dan binnen de 15 dagen een PV van definitieve oplevering dan wel opnieuw van weigering opmaakt.
Gevolgen van de definitieve oplevering
De definitieve oplevering:
- Beëindigt de waarborgtermijn;
- Geeft de aannemer het recht op vrijgave van het resterende gedeelte van de borgsom;
- Start vervaltermijn voor het instellen van een rechtsvordering (art 18 AAV);
- Ontlast de aannemer van zijn verantwoordelijkheid voor lichte verborgen gebreken, (de fundamentele gebreken vallen onder de 10-jarige aansprakelijkheid van artikel 1792 – 2270 B.W.). Dit is betwist. Bepaalde rechtspraak stelt dat de aannemer verantwoordelijk blijft voor verborgen gebreken, ook na de definitieve oplevering.
De waarborgtermijn die loopt na de voorlopige oplevering is bedoeld om de aanbestedende overheid toe te laten na te gaan of de werken goed zijn uitgevoerd, of er na verloop van tijd geen gebreken aan het licht komen en of de werken de inwerking van slecht weer e.d. doorstaan.
Het vaststellen van (verborgen) gebreken en slechte uitvoering (na de voorlopige oplevering)
Het vaststellen van niet conforme werken bij de (voorlopige) oplevering
Werken die niet aan de bepalingen en de voorwaarden van de opdracht voldoen, of niet volgens de regels van de kunst zijn uitgevoerd, moeten worden gesloopt en herbouwd.
De overheid kan hiertoe tijdens de uitvoering van de opdacht het bevel geven. Indien dit bevel niet wordt gevolgd kunnen de ambtshalve maatregelen als voorzien in artikel 48 en 20 AAV worden opgelegd, waaronder de uitvoering van de werken op kosten en risico van de in gebreke blijvende inschrijver (art. 43 AAV).
Bij het einde van de werken, heeft de overheid de mogelijkheid de voorlopige en/of definitieve oplevering te weigeren tot de opgelijste gebreken zijn verholpen.
Voorlopige oplevering dekt de zichtbare gebreken
De onvoorwaardelijke voorlopige oplevering ‘dekt’ de zichtbare gebreken. Na de voorlopige oplevering, kunnen de aan de aannemer verweten gebreken enkel niet zichtbare gebreken betreffen. De voorlopige oplevering houdt immers de aanvaarding in dat de werken werden uitgevoerd conform de bestek bepalingen en de regels van de kunst.
Gebreken die reeds konden worden vastgesteld – omdat ze zichtbaar zijn – bij de voorlopige oplevering, kunnen nadien niet meer ten laste van de aannemer worden gelegd.
Zelfs voor de voorlopige oplevering wordt het moeilijk om pas op het einde van de uitvoering nog bepaalde bevelen (als afbraak) te geven, indien de gebreken reeds tijdens de uitvoering van de werken konden worden vastgesteld. De leidende ambtenaar heeft immers de opdracht om regelmatig toezicht op de werken te houden.
Voorlopige oplevering dekt niet de verborgen gebreken
Het geven van de voorlopige oplevering, houdt echter niet in dat de definitieve oplevering niet meer kan worden geweigerd wanneer aan de voorbehouden bij de voorlopige oplevering geen gevolg is gegeven, dan wel wanneer de aannemer niet aan zijn waarborgverplichting voor verborgen gebreken en normaal onderhoud heeft voldaan.
Ook verborgen gebreken die zouden hebben bestaan op het moment van voorlopige oplevering, kunnen nog worden ingeroepen.
Zolang de definitieve oplevering niet heeft plaats gehad, kan het bestuur de herstelling bevelen van gebrekkige uitvoeringen, en de definitieve oplevering weigeren zolang de bevolen herstellingen niet zijn uitgevoerd.
De overheid is ook in de mogelijkheid de (gedeeltelijke) sloop en heropbouw van de werken te bevelen (art. 45 AAV).
Wanneer deze bevelen niet worden nageleefd, kan de aanbestedende overheid over gaan tot het nemen van de ambtshalve maatregelen als voorzien in artikel 20§6 en artikel 48§3 AAV (zie hieronder).
De aannemer wordt bij proces-verbaal in gebreke gesteld en krijgt een termijn van 15 dagen om hieraan gevolg te geven (herstellingen te doen,…) en/of zijn verweermiddelen te doen gelden (art. 20§2 – art. 48§3 AAV).
Ook tijdens de waarborgtermijn is de aanbestedende overheid perfect in de mogelijkheid om ambtshalve maatregelen op te leggen. Dit kan zelfs na het verstrijken van de waarborgtermijn indien de gebreken die werden vastgesteld tijdens deze termijn nog steeds niet werden verholpen.
Echter wanneer tijdens de waarborgtermijn geen gebreken worden opgemerkt, kunnen deze later niet meer aan de aannemer worden verweten.
Voor de gebreken die worden vastgesteld tijdens de waarborgtermijn voorzien de AAV in een specifieke bepaling. Artikel 48§3,4° AAV stelt namelijk het volgende:
“Wanneer de aannemer gedurende de waarborgtermijn zijn verplichtingen overeenkomstig artikel 39 niet nakomt, kan de aanbestedende overheid, na ingebrekestelling bij proces-verbaal overeenkomstig artikel 20, § 2, de herstellings- en verbouwingswerken voor rekening van de in gebreke gestelde aannemer uitvoeren of doen uitvoeren”.
De definitieve oplevering dekt evenmin de lichte verborgen gebreken
In een arrest van 25 oktober 1985 heeft het Hof van Cassatie beslist dat de aannemer aansprakelijk blijft voor de lichte verborgen gebreken, ook na de aanvaarding van het werk door de definitieve oplevering[3].
[1] Art. 39 AAV – verplichtingen van de aannemer tot de definitieve oplevering
§ 1. De aannemer is voor de werken of voor het werk aansprakelijk tot de definitieve oplevering van de gezamenlijke werken.
Gedurende de waarborgtermijn moet de aannemer, naargelang van de vereisten, aan het werk al de nodige werken uitvoeren om het in goede staat of in goede werking te herstellen of te houden.
Na de voorlopige oplevering is de aannemer evenwel niet aansprakelijk voor de schade waarvan de schuld niet bij hem ligt.
Onverminderd het bepaalde in het vorig lid, is de aannemer gehouden tot de uitvoering van alle herstellings-, herbouw-, bagger- en andere werken die noodzakelijk zijn ten gevolge van verzakkingen, verschuivingen, afkalvingen, aanslijkingen, breuken, ontaardingen of beschadigingen van om het even welke aard.
§ 2. De aannemer is verplicht vanaf de gunning tot de definitieve oplevering alle documenten en briefwisseling met betrekking tot de gunning en de uitvoering van de opdracht te bewaren en ter beschikking te houden van de aanbestedende overheid.
[2] Art 40 AAV – Ingebruikneming van het werk door de aanbestedende overheid.
Door de voorlopige oplevering beschikt de aanbestedende overheid over heel het door de aannemer uitgevoerde werk.
Vóór de voorlopige oplevering mag de aanbestedende overheid wanneer zij dit wenselijk acht, over de verschillende delen van het werk beschikken naargelang ze klaar komen, op voorwaarde dat er een plaatsbeschrijving wordt van opgemaakt.
De volledige of gedeeltelijke inbezitneming van het werk door de aanbestedende overheid kan niet gelden als voorlopige oplevering.
Zodra de aanbestedende overheid het werk geheel of gedeeltelijk in bezit heeft genomen, is de aannemer niet meer gehouden de aan het gebruik te wijten beschadigingen te herstellen.
[3] C. DE KONINCK, Overheidsopdrachtenrecht (klassieke sectoren). Boek 2: De uitvoering van overheidsopdrachten , Maklu , 2002, p. 283-284.