Overeenkomstig artikel 14, § 1, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, mag deze enkel kennis nemen van beroepen tot nietigverklaring ingesteld tegen de akten en reglementen van de onderscheiden administratieve overheden.

Het Hof van Cassatie stelt in zijn arrest van 14 februari 1997[1] dat instellingen opgericht of erkend door de federale overheid, de overheid van de gemeenschappen en gewesten, de provincies of gemeenten, die belast zijn met een openbare dienst en niet behoren tot de rechterlijke of wetgevende macht, in beginsel administratieve overheden zijn, in zoverre hun werking door de overheid wordt bepaald en gecontroleerd en zij beslissingen kunnen nemen die derden binden maar dat het toevertrouwen aan een naamloze vennootschap van een taak van algemeen belang, ook al is die vennootschap opgericht door een administratieve overheid en ook al is zij onderworpen aan een verregaande controle van de overheid, haar privaatrechtelijk karakter niet doet verliezen, ingeval zij geen beslissingen kan nemen die derden kunnen binden.

In het arrest van 10 juni 2005 stelt het Hof van Cassatie[2] in dezelfde zin dat een vennootschap, die, ook al is zij opgericht door een administratieve overheid en ook al is zij onderworpen aan de controle van de overheid, geen beslissingen kan nemen die derden kunnen binden, niet de aard heeft van een administratieve overheid en dat het hiervoor niet ter zake doet dat haar een taak van algemeen belang wordt toevertrouwd.

Het onderscheidend criterium is aldus de vraag of een entiteit opgericht door of onderworpen aan de controle van een overheid, beslissingen kan nemen die derden binden. Enkel in dit laatste geval is sprake van een administratieve overheid.

RECHTSPRAAK:

 cass 10 juni 2005 – begrip admin overheid

Raad van State 27 januari 2009

Raad van State 7 juli 2006 nr. 161.072

RECENTE RECHTSLEER:

De VZW als “Administratieve overheid” in de zin van art. 14, § 1, 1° RVS-Wet: De weg van de verwekking tot de geboorte, CDPK 2010/4, p. 437.


[1] Cass. 14 februari 1997, Gimvindus¸R.W. 1996-97, p. 1433 e.v.

[2] Cass. C.04.0278, 10 juni 2005, www.juridat.be.