In een arrest van 14 augustus 2018 (nr. 242.220) heeft de Raad van State bevestigd dat het indienen van een Uniform Europees Aanbestedingsdocument (UEA) een essentiële vereiste is. Artikel 76 KB Plaatsing beschouwt de afwezigheid van een correct ingevuld UEA immers als een substantiële onregelmatigheid van de offerte (door te verwijzen naar artikel 38 van het KB).
De Raad van State concludeert: “Aldus lijkt een aanbestedende overheid verplicht de offerte van een inschrijver te weren wegens het ontbreken van het rechtens vereiste UEA” (p. 10/16 van het arrest).
En verder: “Evenmin wordt prima facie aangetoond dat er voor de aanbestedende overheid een verplichting bestond om de verzoekende partij de mogelijkheid te bieden dit te regulariseren” (p. 13/16 van het arrest).
Het indienen van een UEA is zowel verplicht voor de inschrijver als voor de onderaannemers op wiens draagkracht beroep wordt gedaan. Hoewel dit niet zo heel duidelijk wordt geformuleerd in artikel 73 van de Wet en artikel 38 en 73 KB Plaatsing, wordt dit bevestigd in het Verslag aan de Koning (Belgisch Staatsblad 9 mei 2017, 55.375). De Raad van State besluit dan ook dat een inschrijver krachtens de wet verplicht is om een UEA voor te leggen voor zichzelf én voor de onderaannemers op wiens draagkracht hij zich beroept, zelfs indien het bestek dit niet uitdrukkelijk bepaalt. De verplichting volgt immers uit de wet.
Persoonlijke noot: deze rechtspraak toont aan dat de invoering van het UEA tot een onnodige verzwaring heeft gezorgd van de administratieve lasten, zowel voor ondernemers als voor de overheid. Precies het tegenovergestelde dus, dan wat vanuit het (Europese) beleid wordt geclaimd… De (Europese) wetgeving op dit vlak moet dringend worden bijgestuurd.
Meer info over het UEA? Lees onze blogpost van 13/11/2017.