DE BEPERKTE PROCEDURE
In een beperkte procedure gebeurt de gunning in twee fasen.
In een eerste fase worden geschikte kandidaten geselecteerd op basis van selectiecriteria als financieel en economische draagkracht en technische bekwaamheid.
In een tweede fase worden de geselecteerde kandidaten uitgenodigd om een offerte in te dienen.
Inschrijvers dienen dus op twee momenten tijdig een ‘aanvraag tot deelneming’ en een ‘offerte’ indienen.
LAATTIJDIG INGEDIENDE AANVRAGEN TOT DEELNEMING
Laattijdig ingediende aanvragen tot deelneming dienen in principe als onregelmatig te worden geweerd.
Echter kunnen deze laattijdige aanvragen minder zwaar worden gesanctioneerd dan laattijdige offertes. De gevolgen van een laattijdige aanvraag tot deelneming zijn immers veel beperkter dan bij een laattijdige offerte. Bij de eerste fase – de selectiefase – worden kandidaten immers niet met elkaar vergeleken (behalve bij zogenaamde ‘doorselectie’) zodat het op zich van geen belang is dat kandidaten kennis zouden hebben van elkaars kandidatuur/ aanvraag tot deelneming. Dit is bij offertes – waar de beste wordt gekozen door vergelijking met de anderen – uiteraard wel van groot belang.
De aanbestedende overheid kan dus in alle redelijkheid oordelen om een – door omstandigheden of zeer beperkt – laattijdige kandidatuur, toch nog in aanmerking te nemen, indien de gelijkheid van de inschrijvers hierdoor niet in het gedrang komt.