Mijn publicatie in het jaarboek overheidsoprachten 2014-2015 staat online op de pagina publicatiesKlik hier voor een rechtstreekse link.

Samenvatting

Het arrest TNS DIMARSO van de Raad van State van 6 januari 2015 is een mijlpaal in de discussie over de draagwijdte van de transparantieverplichting. De Raad komt tot het besluit dat de arresten Lianakis en Evropaïki Dynamiki van het Hof van Justitie niet volkomen helder zijn over de vraag of artikel 53, lid 2 van Richtlijn 2004/18/EG (nu art. 67, lid 5 van Richtlijn 2014/24/EU) al dan niet verplicht om ook de beoordelingsmethodiek vooraf bekend te maken in het bestek. Een richtlijnconforme interpretatie van artikel 25 van de overheidsopdrachtenwet zou toch tot het besluit kunnen leiden dat de beoordelingsmethodiek transparant moet worden gesteld. De Raad wijkt af van haar vaste rechtspraak stellende dat de aanbestedende overheid in de huidige stand van het recht, geen verplichting heeft tot de voorafgaande bekendmaking van de beoordelingsmethodiek.

Naar aanleiding van dit arrest onderzoeken we in deze bijdrage de verschillende aspecten van de transparantieverplichting, gaande van de weging van gunnings- en subgunningscriteria tot de beoordelingsmethodiek.

Onze conclusie is dat een volledige transparantie – zodat de inschrijvers op voorhand weten wat van hen wordt verwacht – altijd de beste garantie is om discussies te vermijden.

Relevante links

  • arrest TNS Dimarso van de Raad van State nr. 229.723 van 6 januari 2015
  • stand van zaken prejudiciële vraag van de Raad van State aan het Hof van Justitie: C-6/15 (de zaak is hangende)