De regels m.b.t. prijsverantwoording zijn niet van toepassing op onderhandelingsprocedures. Artikel 21§3 KB Plaatsing is immers niet van toepassing op de onderhandelingsprocedure.
De artikelen 95 en 99, § 2 van het KB Plaatsing die handelen over de regelmatigheid en het vermoeden van abnormaliteit bij totaalprijzen onder de 15% (opdrachten voor werken), zijn evenmin van toepassing bij een onderhandelingsprocedure.
Dit neemt niet weg dat de aanbestedende overheid bij een onderhandelingsprocedure een prijsonderzoek mag doen en een offerte wegens abnormale prijs kan weren als onregelmatig.
Ook in het kader van een onderhandelingsprocedure is de vraag inzake abnormale prijzen dus relevant.
RvS nr. 231.142 van 7 mei 2015
“Dit neemt niet weg dat ook bij de onderhandelingsprocedure de aanbestedende overheid een prijsonderzoek lijkt te mogen voeren op grond van het zorgvuldigheidsbeginsel en het gelijkheidsbeginsel. De verwerende partij beschikt als aanbestedende overheid over een ruime discretionaire bevoegdheid om al dan niet een procedure in te zetten waarbij op zoek wordt gegaan naar de aanwezigheid van abnormale prijzen en lijkt voor het voeren van een dergelijk prijsonderzoek een afdoende juridische grondslag te vinden in het zorgvuldigheidsbeginsel. Hierbij lijkt niet te kunnen worden aangenomen dat de mogelijkheid om een regelmatigheidsonderzoek te voeren, beperkt zou zijn tot de gevallen waarin het bestek voormeld artikel 95 uitdrukkelijk van toepassing verklaart of de vereisten uitdrukkelijk op straffe van nietigheid voorschrijft.”