Artikel 36 van het nieuwe KB Plaatsing 2017 verduidelijkt dat de aanbestedende overheid niet verplicht is om een prijsverantwoording te vragen in het geval van een abnormaal lage eenheidsprijs voor een verwaarloosbare post.
Het begrip verwaarloosbare post wordt echter niet gedefinieerd.
In een Arrest van 21 december 2017 (nr.240.267) oordeelde de Raad van State dat een post met een waarde van minder dan 5% ten opzichte van het totaal een verwaarloosbare post is. De aanbestedende overheid is haar appreciatiebevoegdheid niet te buiten gegaan door geen prijsverantwoording te vragen voor deze post ondanks een afwijking ten opzichte van het (getrimd) gemiddelde van meer dan 15%.
Het arrest onderstreept wel het belang van het daadwerkelijk voeren van een prijsonderzoek waarvan een weerslag moet te vinden zijn in het administratief dossier.