Opsplitsen verboden…
Het opsplitsen van een opdracht (behoefte) in kleinere onderdelen is verboden, indien het doel ervan is om de opdracht aan de bekendmakingsregels te onttrekken (artikel 24, laatste lid KB Plaatsing).
In concreto, zou een aanbestedende overheid een bepaalde behoefte kunnen onderverdelen in verschillende overheidsopdrachten om onder het toepassingsgebied van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking te vallen, meer bepaald onder de drempel van 85.000 euro (artikel 26§1,1°,a) overheidsopdrachtenwet).
In een arrest nr. 218.353 van 8 maart 2012, vernietigde de Raad van State de gunning van verschillende deelopdrachten die kunstmatig werden opgesplitst om toepassing te kunnen maken van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking (toen onder de drempel van 67.000 euro). De motivering van het arrest luidt als volgt:
“De vier opdrachten waarnaar verzoekende partij verwijst kaderen alle in de audiovisuele uitrusting van het Cultuurcentrum. De gunningsprocedure van de vier opdrachten is opgestart in dezelfde korte periode van enkele dagen. Over de gunning van de opdrachten is eveneens beslist in eenzelfde korte periode. Voor de vier opdrachten werden dezelfde ondernemingen aangeschreven om een offerte in te dienen. De opdrachten blijken bovendien een homogeen technisch karakter te hebben en zeer nauw samen te hangen.
Dit alles doet besluiten dat in dit geval verzoekende partij op voldoende wijze aantoont dat de vier opdrachten eigenlijk één opdracht vormen, weze het gebeurlijk te verdelen in vier of meer (sub)loten waarvan de geraamde bedragen conform artikel 28 van het koninklijk besluit van 8 januari 1996, dat overeenkomstig artikel 120, derde lid, van dit koninklijk besluit van toepassing is bij de bepaling van het grensbedrag van 67.000 euro, moeten worden samengeteld. Door de opdracht op te splitsen en in vier opdrachten uit te schrijven heeft verwerende partij dan ook onterecht gebruik gemaakt van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking. Deze vaststelling tast de wettigheid aan van het gehele verdere verloop van de gunningsprocedure en leidt dienvolgens tot de onwettigheid van de gunningsbeslissing.”
…doch enkel indien het doel is om de bekendmakingsregels te omzeilen
Zoals het gunningsdraaiboek terecht beklemtoont, wordt het voorgaande soms gelezen als een verbod tot splitsing van overheidsopdracht tout court. Dit is niet juist. De aanbestedende overheid beslist discretionair of zij een bepaalde behoefte in verschillende onderdelen/ opdrachten op de markt zet. De aanbestedende overheid kan dus een bepaalde behoefte, onderverdelen in verschillende opdrachten/ contracten.
De opsplitsing op zich is dus niet verboden. Dit is enkel zo indien een behoefte kunstmatig wordt opgesplitst om aan de bekendmakingsregels te ontsnappen. Anders verwoord slaagt het verbod op de situatie waarin, indien de overheidsopdrachtenreglementering niet zou bestaan, de aanbestedende overheid één contract zou hebben gegund met een waarde boven de Belgische/ Europese bekendmakingsdrempels, maar omwille van het bestaan van de overheidsopdrachtenreglementering, de aanbestedende overheid beslist om twee of meer opdracht te gunnen, met het specifieke doel onder de bekendmakingsdrempels te blijven.
Om helemaal correct te zijn is het bij de opsplitsing van een behoefte in gelijkaardige opdrachten, aangewezen alle opdrachten samen te ramen en eventueel allemaal te publiceren. Zo kan de aanbestedende overheid niet worden verweten dat zij aan de bekendmakingsregels poogt te ontsnappen.